De Eerste Kamer stemde op dinsdag 12 maart in grote meerderheid voor een expliciet wettelijk verbod op discriminatie van intersekse en transgender personen. COC, TNN en NNID, die lang voor het verbod hebben gepleit, zijn gelukkig met de uitkomst.
“Dit is een prachtige overwinning voor transgender en intersekse personen”, aldus TNN, NNID en COC. “Nu weten zij eindelijk zeker dat de wet aan hun kant staat. Dat werkgevers, scholen en dienstverleners hen niet mogen discrimineren. En dat is hard nodig, want intersekse en transgender personen krijgen vaak te maken met discriminatie”, aldus de belangenorganisaties.
D66, PvdA, GroenLinks, VVD, CDA, SP, ChristenUnie, PvdD, 50PLUS en OSF stemden op 12 maart vóór het wetsvoorstel. PVV en SGP stemden tegen. Op 5 maart, tijdens het debat over het wetsvoorstel van D66, PvdA en GroenLinks, bleek al dat er in de Senaat veel steun is voor het voorstel.
De exacte datum dat het nieuwe discriminatieverbod in werking treedt is nog onbekend, maar dat zal waarschijnlijk binnen enkele maanden zijn.
Grondwet
Met het expliciete wettelijke verbod op discriminatie van intersekse en transgender personen is de eerste belofte uit COC’s Regenboog Stembusakkoord ingelost.
COC, TNN en NNID roepen regering en parlement op om nu door te pakken en ook in de Grondwet een expliciet verbod op LHBTI-discriminatie te verankeren, een andere belofte uit het Regenboog Stembusakkoord.
Intersekse- en transgenderdiscriminatie
Er is in Nederland momenteel geen enkele wet die discriminatie van intersekse en transgender personen* expliciet verbiedt. De groep, die bestaat uit tussen de 130 duizend en 1 miljoen Nederlanders, krijgt veel te maken met discriminatie.
Intersekse personen ondervinden problemen bij participatie in opleiding, werk en vrije tijd. Van de transgender personen in Nederland ondervindt 40 procent discriminatie op het werk en kreeg 43 procent de afgelopen 12 maanden te maken met geweld. Mensen worden geweigerd voor een baan of zelfs ontslagen wegens hun identiteit. Hoewel het gaat om duizenden gevallen van discriminatie, doen jaarlijks slechts tientallen transgender personen daarvan melding. Verduidelijken dat de wet ook intersekse en transgender personen tegen discriminatie beschermt, is dus geen overbodige luxe.
NNID, TNN en COC pleiten al lang voor een wettelijk verbod op discriminatie van intersekse- en transgender personen en zijn gelukkig met de overwinning in de Eerste Kamer. De organisaties riepen de Senaat in een brief op om vóór het wetsvoorstel te stemmen. In 2013 beloofde de regering al politieke steun voor een verbod, maar er werd toen geen wetsvoorstel ingediend. Acht politieke partijen beloofden in 2017 in COC’s Regenboog Stembusakkoord om het onderwerp te regelen. Die belofte werd overgenomen in het regeerakkoord van VVD, CDA, D66 en ChristenUnie.
Het wetsvoorstel van Vera Bergkamp (D66), Kirsten van den Hul (PvdA) en Nevin Özütok (GroenLinks) bepaalt dat discriminatie op grond van genderidentiteit, genderexpressie en geslachtskenmerken verboden wordt. De wet beschermt dus bijvoorbeeld ook non-binaire, androgyne, agender, genderqueer, genderfluïde en polygender personen tegen discriminatie. Het verbod wordt opgenomen in de Algemene wet gelijke behandeling.
COC, TNN en NNID zijn de initiatiefnemers bijzonder erkentelijk voor het indienen en de verdediging van hun wetsvoorstel.
* transgender personen: personen van wie de genderidentiteit of –expressie verschilt van het geslacht waarmee zij bij de geboorte geregistreerd zijn; intersekse personen: personen bij wie de geslachtskenmerken verschillen van de normatieve definitie van ‘man’ of ‘vrouw’.
[Bron/Foto boven: COC NL, NNID & TNN – Foto Stembusakkoord: COC NL-Philip Tijsma]